Je LinkedIn kopregel, wat moet je daar nou toch mee? De één zegt ‘je moet er een vraag van maken’, de ander zegt ‘nee hoor, steekwoorden, veel beter!’. En weer een ander vindt het prima om alleen de functienaam daar te hebben staan. Zoveel mensen zoveel meningen. En uiteraard heeft heel veel te maken met je insteek van LinkedIn. In welke functie je werkzaam bent en wie je wilt bereiken. Een ding is zeker: je kopregel is je uithangbord. Je digitale visitekaartje en dus aandacht waardig. Daarom een aantal tips en handvatten voor richting, voor degenen die het écht niet weten!

Belangrijkste stuk tekst  

Je kopregel is het belangrijkste stuk tekst van je LinkedInprofiel. Waarom? Omdat dat het eerste is wat mensen van je zien op LinkedIn, naast je profielfoto uiteraard. Op het moment dat je ergens op reageert, iets liket of deelt, komt jouw kopregel als eerste in beeld. Maar ook bij zoekopdrachten of bij gemeenschappelijke connecties zie je direct je kopregel. Deze kopregel wordt in eerste instantie door LinkedIn zelf gevuld met je huidige functienaam, zoals ingevuld in je onderdeel ‘Ervaring’ maar dit kun je zelf dus volledig aanpassen.

Zie je kopregel als uithangbord of je werphengel, je hoopt mensen er mee naar je profiel te trekken. En daar staat natuurlijk een dijk van een samenvatting, je ‘Info’, waarin je haarfijn verder vertelt wie je bent, wat je doet en wat je voor je profielbezoeker eventueel kunt betekenen.

Tip 1: let op de eerste tekens

Je hebt in totaal 220 tekens de ruimte (sommige apparaten gaan niet verder dan 120 tekens). Helaas zie je niet direct de hele kopregel. Niet op de laptop/desktop, niet op mobiele applicaties.

Zie je kopregel als uithangbord

Als je je kopregel gaat opzetten dan is het van belang goed na te denken wat je in de eerste tekens plaatst. Op je laptop/desktop zie je de eerste 75-85 tekens. Mensen kunnen met hun muis op je naam staan en de rest zien. Op een mobiele applicatie is dit een stuk minder, namelijk tussen de 25 en 35 tekens. Hierna breekt de tekst af en mensen moeten echt naar je profiel toe om de rest te zien. Dit zal niet iedereen willen of doen dus het is van belang om het belangrijkste stuk tekst vooraan te zetten. Wat moeten mensen als eerste van jou zien? In mijn geval kies ik bewust voor de tekst ‘Meer succes met LinkedIn?’ en stel ik een vraag. Ik weet dat dat mensen aantrekt en dat ze daardoor doorklikken.

Soms zie ik hele kort maar krachtige kopregels zoals ‘The happy activist’. Zoek deze kopregel maar op op LinkedIn en je snapt dat dit volledig de lading dekt. Dat je 220 tekens kunt vullen wil niet zeggen dat je ze ook moét benutten. Soms is less more.

Tip 2: bedenk goed wat je insteek is en wie je wilt bereiken

Alles heeft te maken met je insteek van LinkedIn.

Zit je in een commerciële functie, bijvoorbeeld in de sales, dan wil je met je kopregel grotendeels prospects aanspreken. In dat geval kies je voor een wat meer commerciële kopregel zoals ‘Ik verdubbel je leads door niet te acquireren maar door te verbinden – Salesmanager‘.

Ben je recruiter, dan wil je kandidaten bereiken en kun je denken aan iets degelijks als ‘Op zoek naar een baan in de tuinbouw? Neem contact met mij op om de mogelijkheden te bespreken’.

Ben je werkzoekend? Dan plaats je bijvoorbeeld ‘Per 1 juli beschikbaar als accountmanager in de regio Rotterdam‘. Wil je het iets gedurfder maken? ‘Gefeliciteerd, ik ben weer beschikbaar! Per 1 juli zoek ik een baan als accountmanager in regio Rotterdam‘.

Als ondernemer hangt het ook van je insteek af. Ben je, auteur, tekstschrijver en/of journalist, dan kun je bijvoorbeeld als tekstschrijver aan zoiets denken: ‘Ik laat mensen teksten niet lezen maar laat ze teksten beleven. Tekstschrijver en auteur.’ Maar ook kun je de commerciëlere kant kiezen zoals hierboven het eerste voorbeeld.

Zit je in de non-profit en heb je geen klantcontact, dan is het wijs om je functienaam te gebruiken maar misschien op een iets creatievere manier: ‘Branding en bereik vergroten? Als marketing/communicatie medewerker doe ik niet anders.’

Uiteraard staat het je helemaal vrij om alleen je functienaam te laten staan. Ik zou alleen wel goed bedenken of je doelgroep snapt wat het inhoudt. Bijvoorbeeld ‘Professor in sustainability transitions‘ zegt veel mensen denk ik niet veel. Ook kom ik vaak ‘Eigenaar bij..’ of ‘Owner…’ tegen. Dit is nietszeggend en zou ik ook aanpassen.

Bedenk altijd goed wie je doelgroep is en welke eerste indruk jij achter wilt laten

Tip 3: denk aan SEO – Zoekmachine-optimalisatie

Veel mensen gebruiken steekwoorden in hun kopregel omdat ze denken dat dat SEO-technisch een voordeel geeft. Dit was tot een jaar of twee geleden ook het geval maar is niet meer helemaal waar. Ja, de kopregel telt nog steeds mee voor je SEO maar dat doet je hele profiel. Dus steekwoorden gebruiken kan nog steeds als je dat liever hebt, maar is dus geen must. Het rechtopstaande streepje dat je vaak ziet, | , was ooit een oud IT truckje om hoger in de zoekresultaten te komen maar ook dat gaat niet meer op. Die regels zijn dus verouderd. Wat wel nog geldt is dat alle teksten in je LinkedInprofiel geïndexeerd worden en dat je dus goed rekening moet houden met de woorden die mensen gebruiken. Daarmee wil je ze, zeker in commerciële functies, naar je profiel trekken.

Soms kan een kleine aanpassing al een groot verschil maken. Ben jij bijvoorbeeld accountmanager? Check dan of je het los geschreven hebt, ‘Account manager’ of aan elkaar en zoek ze beide eens apart van elkaar op in LinkedIn. Je schrijft het in het Nederlands aan elkaar maar veel mensen hebben het los geschreven en velen zoeken ook zo. Best lastig dus en op zich op te lossen door woorden los mee te nemen elders in je account of je LinkedInprofiel in dit geval in twee talen aanmaken. Dan wordt je op beide termen gevonden zonder dat je fout Nederlands schrijft.

Sowieso is het een must om te schrijven in de taal van je doelgroep. Niet alleen omdat dat voor hun prettiger lezen is, maar ook omdat je jezelf vindbaarder maakt. Heb je een meertalige doelgroep? Geen probleem, je kunt je profiel in maar liefst 26 talen aanmaken.

Tip 4: pas op met emoji’s en tekstverwerkingstooltjes

LinkedIn is een zakelijk platform en over emoji’s valt veel te discussiëren. Toch horen ze bij de tijd en is het helemaal niet erg om ze te gebruiken. Maar of je er nou direct vier in je kopregel moet plaatsen? Ook hier zou ik me afvragen wie je doelgroep is. Het kan je helpen om op te vallen maar het kan ook al snel onzakelijk maar ook vreselijk druk overkomen, Het hangt er vanaf welke emoji je gebruikt en met welke reden. Heb jij je naam en/of kopregel vol vlindertjes, raketjes of bloemetjes staan, vraag je dan af of je daarmee op dit zakelijke platform ook de juiste doelgroep aanspreekt en niet juist afstoot. Hetzelfde geldt voor het gebruik van afwijkende letters.

Ik heb een onderzoek gedaan op LinkedIn naar gebruik van emoji’s en afwijkende letters, in het algemeen, en daar een blog over geschreven. Uit dat resultaat blijkt dat dik gedrukte, of andersoortige, teksten gemaakt met een tool (bijvoorbeeld Lingojam) niet altijd leesbaar overkomen bij de lezer. Dit heeft te maken met de codes die hiervoor gebruikt worden. Niet alle apparaten kunnen het lezen. Ik zou deze dus niet gebruiken in je kopregel, het wordt voor een deel van je doelgroep wellicht onleesbaar.

Ander groot nadeel: de zoekmachine sluit je uit, deze neemt namelijk dit soort tekens niet mee in de indexatie.

Tip 5: wees vooral jezelf

Misschien wel mijn belangrijkste tip, één die sowieso voor je hele LinkedInleven geldt: wees gewoon lekker jezelf. Doe je niet beter voor dan je bent, overdrijf niet, schrijf je kopregel niet vol wazige inhoudsloze woorden of nietszeggende afkortingen. Probeer niet je hele carrière er in te plaatsen en maak keuzes. De rest komt namelijk vanzelf in je samenvatting waar je 2.600 tekens de ruimte hebt om een of ander toe te lichten. Maak mensen nieuwsgierig, trigger ze en als je beloftes doet, kom ze dan ook na. Telefoonnummers en e-mailadressen? Daar heb je contactgegevens voor. Eventueel kun je ze ook nog in je samenvatting zetten. In je kopregel komt het al snel heel opdringerig over.

Heb je meerdere functies? Ben je bijvoorbeeld naast je werk ook nog fotograaf in het weekend, voorzitter of bestuurslid van een club of organisatie? Dan zou ik kiezen voor de belangrijkste functie in je kopregel. In je samenvatting kun je aangeven dat je daarnaast nog nevenfuncties hebt. Ook kun je profielonderdelen toevoegen waarin je bijvoorbeeld vrijwilligerswerk een plek geeft.

Vraag desnoods mensen in je omgeving eens wat ze er van vinden. Je mag ook in de reacties hieronder je kopregel plaatsen, ik kijk er graag naar en wil je altijd voorzien van feedback.