Er wordt al een hoop over geschreven en geblogd: het Linkedinprofiel. Toch zie ik dagelijks profielen voorbij komen die nog flink voor verbetering vatbaar zijn en krijg ik ook regelmatig allerlei vragen hierover. Tijd dus om de belangrijkste, en een aantal handige, tips nog eens op een rijtje te zetten!
Update blog op 1-4-2020: volledig aangepast en herschreven op basis van de huidige lay-out en inrichting van LinkedIn.
Tip 1: pas je publieke URL aan
Als je je aanmeldt bij Linkedin krijg je een publieke URL zoals dat heet. Een link met veel vreemde cijfers en letters en totaal niet zoektermvriendelijk. Maak er daarom zo snel mogelijk een link van met alleen je voor- en achternaam. Bestaat deze al? Zet dan een streepje tussen je voor-en achternaam of gebruik je initialen en achternaam. Je kunt je url aanpassen door naar je profiel te gaan, rechts in het scherm door te klikken op ‘Openbare profiel en URL bewerken’ te klikken en vervolgens door te klikken op het schuine pijltje achter je ‘Profiel-URL’ zodat je het kunt bewerken.
Tip 2: Schrijf de inhoud van je profiel in de taal van je doelgroep
Tot 2013 bestond het Nederlandstalige profiel nog niet op LinkedIn. Daarom hebben veel mensen met een ouder profiel nog steeds een Engels profiel en denken sommige leden van Linkedin vaak ook dat ze de teksten op hun profiel in het Engels moeten schrijven. Maar niets is minder waar, bedenk je altijd hoe je doelgroep jou zoekt. Is dat op Nederlandse termen? Hou dan ook Nederlands als taal aan. Heb je doelgroepen in verschillende talen, dan kun je altijd nog een profiel in een andere taal er naast laten lopen.
Tip 3: Stel meerdere e-mailadressen in je instellingen in
Bij het aanmaken van je Linkedin profiel heb je een e-mailadres nodig. Veel mensen maken met het e-mailadres van hun werk het profiel aan. Dit kan vervelende gevolgen hebben als je op een gegeven moment van baan wisselt en je e-mailaccount opgeheven wordt. Je kunt dan niet meer inloggen op je LinkedInprofiel. Daarom, en om andere redenen, is het altijd aan te raden meerdere adressen in te geven, minimaal twee.
Kies als primair e-mailadres het adres dat in je contactgegevens voor eerstegraads connecties zichtbaar wordt en waar je je mail van LinkedIn op ontvangt. De andere e-mailadressen zijn niet zichtbaar voor je connecties maar daar kun je altijd mee inloggen, inclusief hetzelfde wachtwoord. Je gaat voor deze optie naar je instellingen (rechts boven in je menu-balk op ‘Ik’ klikken en kiezen voor ‘Instellingen en privacy’ en past het daar aan in het tabblad Account onder de basisgegevens.
Tip 4: bepaal zelf welke onderdelen je aan je LinkedInprofiel extra wilt toevoegen
Je hebt op je LinkedInprofiel de mogelijkheid om veertien losse onderdelen toe te voegen. Je kunt zelf kiezen welke voor jou interessant zijn:
- Werkervaring (staat er meestal al op doordat je dat bij het aanmaken al vult)
- Opleiding (ook deze staat er meestal al op)
- Ervaring als vrijwilliger
- Info en utgelichte items
- Vaardigheden
- Prestaties waaronder de volgende onderdelen vallen:
- Publicaties
- Diploma’s / certificaten
- Cursussen
- Projecten
- Onderscheidingen en prijzen
- Patenten
- Testscores
- Talen
- Organisaties (communities waar je lid van bent, bijvoorbeeld businessclubs)
Klik op ‘Profielonderdeel toevoegen’ in je profiel en klik op ‘+’ als je het onderdeel wilt toevoegen.
Tip 5: maak je profiel ‘Zeer deskundig’
In tip 4 zag je al hoe je profielonderdelen toe kunt voegen aan je profiel, zorg er ook voor dat je profiel ‘Zeer deskundig’ wordt door sowieso de volgende onderdelen te vullen:
- Een professionele profielfoto
- Een goede samenvatting
- Je opleiding (zie punt 4)
- Vaardigheden
- Functie (werkervaring, zie punt 4)
- Je bedrijfstak
- Locatie (waar je op gevonden wilt worden)
Heb je al deze onderdelen in je profiel gevuld, dan krijg je het stempel ‘Zeer deskundig profiel’. Uiteraard zegt dit nog niets over de kwaliteit van deze onderdelen dus let daar ook vooral goed op. Wel helpt het je hoger in de ranking van de zoekmachine te komen.
Tip 6: zet geen gegevens achter je naam
Gebruik het veld voor je naam ook echt alleen voor je naam, eventueel aangevuld met je meisjesnaam of officiële titel. Vaak zie ik nog telefoonnummers, e-mailadressen of zelfs aantallen van connecties (why?!) er achter vermeld staan. Buiten dat het onprofessioneel, opdringerig en zelfs patserig overkomt, gooi je ook je gegevens te grabbel op Google. Deze gegevens doemen namelijk direct op als mensen op Google zoeken op je naam (mits publieke profiel zo ingesteld).
Gebruik daarom het veld met de contactgegevens voor desbetreffende informatie en vermeldt ze eventueel ook in je samenvatting voor mensen die niet met je gelinkt zijn of geen betaalpakket hebben (die kunnen namelijk geen telefoonnummer of e-mailadres zien in je contactgegevens). Je stelt je in het dagelijkse leven toch ook eerst even voor voordat je direct met je contactgegevens begint te smijten?
Tip 7: gebruik je kopregel om jezelf in één keer goed neer te zetten
Je kopregel wordt automatisch gevuld aan de hand van je huidige lopende functie. Je kunt deze aanpassen indien gewenst, je hebt daar 120 tekens voor. Vaak is het niet nodig, maar soms wel handig om er iets aan toe te voegen om het iets te verduidelijken of omdat je gewoon meer te melden hebt dan alleen je functie. Ook is dit veld niet geschikt voor gegevens zoals vermeld in tip 6.
Je kunt op je mobiele applicatie honderd tekens meer kwijt in je kopregel dan de genoemde 120. Dit kan soms handig zijn als je net een paar tekens te kort komt of tijdelijk iets wilt toevoegen wat niet meer past. Let op: als je dit doet kun je daarna op de laptop/desktop niet meer iets aanpassen in je verkorte profiel (samenvatting, branche, media) omdat je dan eerst je kopregel weer 120 tekens moet maken.
Jij nog goede tips? Delen is altijd fijn!
[…] digitale visitekaartje is het eerste wat jouw opdrachtgever of prospect ziet. Laat dat dan ook die professionele uitstraling hebben die jij zelf ook zou willen […]
heldere post Corinne! En je hebt helemaal gelijk als het gaat om Tweets posten in LinkedIn, erg storend. ‘#’ horen niet thuis in LinkedIn updates. Wat in mijn ogen wel toegevoegde waarde biedt, is het delen van artikelen of blogs; door je titel plus (short) url plaatsen als update, ziet je netwerk de eerste regels van je artikel en de eerste afbeelding in de timeline. Geldt ook voor Facebook en Google+ overigens. Een verrijking van de timeline, if you ask me.